kmftools/flashcardgenerator/flashcards.csv

1	Karakter	Pinyin	Betekenis
2	这	zhè	dit, deze
3	说	shuō	zeggen, spreken
4	问	wèn	vragen
5	看	kàn	kijken, zien
6	昨天	zuótiān	gisteren
7	来	lái	komen
8	妈妈	māma	moeder
9	学生	xuéshēng	student, leerling
10	好	hǎo	goed
11	知道	zhīdào	weten
12	学校	xuéxiào	school
13	有	yǒu	hebben, er is
14	不	bù	niet
15	好	hǎo	goed
16	有	yǒu	hebben, er is
17	听	tīng	luisteren
18	是	shì	zijn, klopt
19	明天	míngtiān	morgen
20	告诉	gàosu	vertellen
21	我	wǒ	ik, mij
22	这	zhè	dit, deze
23	工作	gōngzuò	werk, werken
24	了	le	voltooid aspect
25	买	mǎi	kopen
26	在	zài	in, op, bij
27	吃	chī	eten
28	吃	chī	eten
29	知道	zhīdào	weten
30	买	mǎi	kopen
31	一	yī	één
32	卖	mài	verkopen
33	我	wǒ	ik, mij
34	人	rén	persoon, mens
35	现在	xiànzài	nu
36	老师	lǎoshī	leraar, docent
37	来	lái	komen
38	有	yǒu	hebben, er is
39	你	nǐ	jij, je
40	人	rén	persoon, mens
41	听	tīng	luisteren
42	问	wèn	vragen
43	孩子	háizi	kind
44	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
45	朋友	péngyǒu	vriend
46	了	le	voltooid aspect
47	她	tā	zij, haar
48	他	tā	hij, hem
49	一	yī	één
50	去	qù	gaan
51	你们	nǐmen	jullie
52	朋友	péngyǒu	vriend
53	我们	wǒmen	wij, ons
54	问	wèn	vragen
55	这	zhè	dit, deze
56	一	yī	één
57	的	de	bezittelijk partikel
58	明天	míngtiān	morgen
59	是	shì	zijn, klopt
60	听	tīng	luisteren
61	明天	míngtiān	morgen
62	学校	xuéxiào	school
63	孩子	háizi	kind
64	想	xiǎng	denken, willen
65	来	lái	komen
66	学校	xuéxiào	school
67	看	kàn	kijken, zien
68	想	xiǎng	denken, willen
69	我们	wǒmen	wij, ons
70	时间	shíjiān	tijd
71	我们	wǒmen	wij, ons
72	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
73	吃	chī	eten
74	你	nǐ	jij, je
75	工作	gōngzuò	werk, werken
76	明天	míngtiān	morgen
77	昨天	zuótiān	gisteren
78	做	zuò	doen, maken
79	看	kàn	kijken, zien
80	卖	mài	verkopen
81	他们	tāmen	zij (meervoud)
82	知道	zhīdào	weten
83	不	bù	niet
84	的	de	bezittelijk partikel
85	有	yǒu	hebben, er is
86	不	bù	niet
87	孩子	háizi	kind
88	在	zài	in, op, bij
89	昨天	zuótiān	gisteren
90	他们	tāmen	zij (meervoud)
91	孩子	háizi	kind
92	不	bù	niet
93	她	tā	zij, haar
94	的	de	bezittelijk partikel
95	妈妈	māma	moeder
96	说	shuō	zeggen, spreken
97	吃	chī	eten
98	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
99	听	tīng	luisteren
100	我	wǒ	ik, mij
101	这	zhè	dit, deze
102	喝	hē	drinken
103	明天	míngtiān	morgen
104	学习	xuéxí	leren, studeren
105	我	wǒ	ik, mij
106	学校	xuéxiào	school
107	有	yǒu	hebben, er is
108	听	tīng	luisteren
109	买	mǎi	kopen
110	告诉	gàosu	vertellen
111	来	lái	komen
112	我	wǒ	ik, mij
113	昨天	zuótiān	gisteren
114	老师	lǎoshī	leraar, docent
115	老师	lǎoshī	leraar, docent
116	了	le	voltooid aspect
117	学校	xuéxiào	school
118	你们	nǐmen	jullie
119	他	tā	hij, hem
120	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
121	是	shì	zijn, klopt
122	这	zhè	dit, deze
123	学生	xuéshēng	student, leerling
124	学校	xuéxiào	school
125	你	nǐ	jij, je
126	爸爸	bàba	vader
127	学校	xuéxiào	school
128	你们	nǐmen	jullie
129	想	xiǎng	denken, willen
130	昨天	zuótiān	gisteren
131	去	qù	gaan
132	一	yī	één
133	不	bù	niet
134	吃	chī	eten
135	学习	xuéxí	leren, studeren
136	工作	gōngzuò	werk, werken
137	有	yǒu	hebben, er is
138	家	jiā	huis, thuis, familie
139	买	mǎi	kopen
140	喝	hē	drinken
141	朋友	péngyǒu	vriend
142	看	kàn	kijken, zien
143	想	xiǎng	denken, willen
144	时间	shíjiān	tijd
145	他们	tāmen	zij (meervoud)
146	她	tā	zij, haar
147	昨天	zuótiān	gisteren
148	朋友	péngyǒu	vriend
149	这	zhè	dit, deze
150	想	xiǎng	denken, willen
151	家	jiā	huis, thuis, familie
152	人	rén	persoon, mens
153	孩子	háizi	kind
154	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
155	听	tīng	luisteren
156	问	wèn	vragen
157	喝	hē	drinken
158	她	tā	zij, haar
159	看	kàn	kijken, zien
160	朋友	péngyǒu	vriend
161	在	zài	in, op, bij
162	吃	chī	eten
163	家	jiā	huis, thuis, familie
164	孩子	háizi	kind
165	我们	wǒmen	wij, ons
166	时间	shíjiān	tijd
167	吃	chī	eten
168	去	qù	gaan
169	是	shì	zijn, klopt
170	想	xiǎng	denken, willen
171	现在	xiànzài	nu
172	做	zuò	doen, maken
173	是	shì	zijn, klopt
174	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
175	她	tā	zij, haar
176	今天	jīntiān	vandaag
177	做	zuò	doen, maken
178	工作	gōngzuò	werk, werken
179	吃	chī	eten
180	听	tīng	luisteren
181	朋友	péngyǒu	vriend
182	我	wǒ	ik, mij
183	那	nà	dat, die
184	喝	hē	drinken
185	你们	nǐmen	jullie
186	工作	gōngzuò	werk, werken
187	今天	jīntiān	vandaag
188	明天	míngtiān	morgen
189	今天	jīntiān	vandaag
190	人	rén	persoon, mens
191	明天	míngtiān	morgen
192	昨天	zuótiān	gisteren
193	我	wǒ	ik, mij
194	时间	shíjiān	tijd
195	昨天	zuótiān	gisteren
196	老师	lǎoshī	leraar, docent
197	想	xiǎng	denken, willen
198	他们	tāmen	zij (meervoud)
199	他	tā	hij, hem
200	去	qù	gaan
201	那	nà	dat, die
202	家	jiā	huis, thuis, familie
203	一	yī	één
204	知道	zhīdào	weten
205	这	zhè	dit, deze
206	我们	wǒmen	wij, ons
207	爸爸	bàba	vader
208	今天	jīntiān	vandaag
209	老师	lǎoshī	leraar, docent
210	学生	xuéshēng	student, leerling
211	学习	xuéxí	leren, studeren
212	问	wèn	vragen
213	做	zuò	doen, maken
214	了	le	voltooid aspect
215	好	hǎo	goed
216	现在	xiànzài	nu
217	做	zuò	doen, maken
218	喝	hē	drinken
219	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
220	老师	lǎoshī	leraar, docent
221	去	qù	gaan
222	这	zhè	dit, deze
223	老师	lǎoshī	leraar, docent
224	那	nà	dat, die
225	他	tā	hij, hem
226	他们	tāmen	zij (meervoud)
227	不	bù	niet
228	告诉	gàosu	vertellen
229	学生	xuéshēng	student, leerling
230	的	de	bezittelijk partikel
231	学习	xuéxí	leren, studeren
232	爸爸	bàba	vader
233	那	nà	dat, die
234	看	kàn	kijken, zien
235	妈妈	māma	moeder
236	去	qù	gaan
237	有	yǒu	hebben, er is
238	卖	mài	verkopen
239	买	mǎi	kopen
240	看	kàn	kijken, zien
241	做	zuò	doen, maken
242	有	yǒu	hebben, er is
243	学校	xuéxiào	school
244	今天	jīntiān	vandaag
245	看	kàn	kijken, zien
246	明天	míngtiān	morgen
247	那	nà	dat, die
248	朋友	péngyǒu	vriend
249	告诉	gàosu	vertellen
250	我	wǒ	ik, mij
251	我们	wǒmen	wij, ons
252	她	tā	zij, haar
253	不	bù	niet
254	那	nà	dat, die
255	朋友	péngyǒu	vriend
256	这	zhè	dit, deze
257	买	mǎi	kopen
258	听	tīng	luisteren
259	买	mǎi	kopen
260	现在	xiànzài	nu
261	不	bù	niet
262	听	tīng	luisteren
263	来	lái	komen
264	我们	wǒmen	wij, ons
265	去	qù	gaan
266	一	yī	één
267	那	nà	dat, die
268	我	wǒ	ik, mij
269	人	rén	persoon, mens
270	不	bù	niet
271	学习	xuéxí	leren, studeren
272	了	le	voltooid aspect
273	做	zuò	doen, maken
274	他们	tāmen	zij (meervoud)
275	昨天	zuótiān	gisteren
276	说	shuō	zeggen, spreken
277	卖	mài	verkopen
278	喝	hē	drinken
279	告诉	gàosu	vertellen
280	知道	zhīdào	weten
281	好	hǎo	goed
282	在	zài	in, op, bij
283	不	bù	niet
284	有	yǒu	hebben, er is
285	学生	xuéshēng	student, leerling
286	来	lái	komen
287	告诉	gàosu	vertellen
288	知道	zhīdào	weten
289	现在	xiànzài	nu
290	时间	shíjiān	tijd
291	学校	xuéxiào	school
292	老师	lǎoshī	leraar, docent
293	时间	shíjiān	tijd
294	买	mǎi	kopen
295	学习	xuéxí	leren, studeren
296	告诉	gàosu	vertellen
297	来	lái	komen
298	在	zài	in, op, bij
299	人	rén	persoon, mens
300	我们	wǒmen	wij, ons
301	看	kàn	kijken, zien
302	来	lái	komen
303	的	de	bezittelijk partikel
304	工作	gōngzuò	werk, werken
305	时间	shíjiān	tijd
306	卖	mài	verkopen
307	了	le	voltooid aspect
308	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
309	吃	chī	eten
310	爸爸	bàba	vader
311	工作	gōngzuò	werk, werken
312	问	wèn	vragen
313	了	le	voltooid aspect
314	买	mǎi	kopen
315	你	nǐ	jij, je
316	吃	chī	eten
317	买	mǎi	kopen
318	爸爸	bàba	vader
319	工作	gōngzuò	werk, werken
320	问	wèn	vragen
321	妈妈	māma	moeder
322	他	tā	hij, hem
323	工作	gōngzuò	werk, werken
324	卖	mài	verkopen
325	现在	xiànzài	nu
326	她	tā	zij, haar
327	人	rén	persoon, mens
328	明天	míngtiān	morgen
329	有	yǒu	hebben, er is
330	做	zuò	doen, maken
331	明天	míngtiān	morgen
332	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
333	好	hǎo	goed
334	工作	gōngzuò	werk, werken
335	孩子	háizi	kind
336	那	nà	dat, die
337	今天	jīntiān	vandaag
338	去	qù	gaan
339	昨天	zuótiān	gisteren
340	家	jiā	huis, thuis, familie
341	学习	xuéxí	leren, studeren
342	以后	yǐhòu	later
343	老师	lǎoshī	leraar, docent
344	人	rén	persoon, mens
345	不	bù	niet
346	她	tā	zij, haar
347	朋友	péngyǒu	vriend
348	时间	shíjiān	tijd
349	朋友	péngyǒu	vriend
350	想	xiǎng	denken, willen
351	以后	yǐhòu	later
352	吃	chī	eten
353	说	shuō	zeggen, spreken
354	在	zài	in, op, bij
355	告诉	gàosu	vertellen
356	家	jiā	huis, thuis, familie
357	问	wèn	vragen
358	那	nà	dat, die
359	想	xiǎng	denken, willen
360	你们	nǐmen	jullie
361	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
362	看	kàn	kijken, zien
363	家	jiā	huis, thuis, familie
364	买	mǎi	kopen
365	他们	tāmen	zij (meervoud)
366	去	qù	gaan
367	今天	jīntiān	vandaag
368	以后	yǐhòu	later
369	不	bù	niet
370	这	zhè	dit, deze
371	妈妈	māma	moeder
372	人	rén	persoon, mens
373	有	yǒu	hebben, er is
374	孩子	háizi	kind
375	了	le	voltooid aspect
376	这	zhè	dit, deze
377	人	rén	persoon, mens
378	你	nǐ	jij, je
379	我	wǒ	ik, mij
380	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
381	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
382	你们	nǐmen	jullie
383	那	nà	dat, die
384	知道	zhīdào	weten
385	好	hǎo	goed
386	他们	tāmen	zij (meervoud)
387	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
388	明天	míngtiān	morgen
389	问	wèn	vragen
390	在	zài	in, op, bij
391	了	le	voltooid aspect
392	学校	xuéxiào	school
393	买	mǎi	kopen
394	爸爸	bàba	vader
395	你们	nǐmen	jullie
396	去	qù	gaan
397	在	zài	in, op, bij
398	说	shuō	zeggen, spreken
399	我	wǒ	ik, mij
400	以后	yǐhòu	later
401	的	de	bezittelijk partikel
402	是	shì	zijn, klopt
403	爸爸	bàba	vader
404	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
405	说	shuō	zeggen, spreken
406	你	nǐ	jij, je
407	老师	lǎoshī	leraar, docent
408	做	zuò	doen, maken
409	来	lái	komen
410	想	xiǎng	denken, willen
411	问	wèn	vragen
412	妈妈	māma	moeder
413	他	tā	hij, hem
414	明天	míngtiān	morgen
415	来	lái	komen
416	有	yǒu	hebben, er is
417	以后	yǐhòu	later
418	她	tā	zij, haar
419	昨天	zuótiān	gisteren
420	吃	chī	eten
421	好	hǎo	goed
422	工作	gōngzuò	werk, werken
423	以后	yǐhòu	later
424	时间	shíjiān	tijd
425	了	le	voltooid aspect
426	她	tā	zij, haar
427	她	tā	zij, haar
428	学生	xuéshēng	student, leerling
429	朋友	péngyǒu	vriend
430	以后	yǐhòu	later
431	以后	yǐhòu	later
432	一	yī	één
433	爸爸	bàba	vader
434	学校	xuéxiào	school
435	有	yǒu	hebben, er is
436	知道	zhīdào	weten
437	看	kàn	kijken, zien
438	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
439	学校	xuéxiào	school
440	工作	gōngzuò	werk, werken
441	今天	jīntiān	vandaag
442	老师	lǎoshī	leraar, docent
443	卖	mài	verkopen
444	在	zài	in, op, bij
445	去	qù	gaan
446	在	zài	in, op, bij
447	以后	yǐhòu	later
448	他	tā	hij, hem
449	是	shì	zijn, klopt
450	知道	zhīdào	weten
451	一	yī	één
452	昨天	zuótiān	gisteren
453	知道	zhīdào	weten
454	孩子	háizi	kind
455	买	mǎi	kopen
456	这	zhè	dit, deze
457	人	rén	persoon, mens
458	是	shì	zijn, klopt
459	了	le	voltooid aspect
460	做	zuò	doen, maken
461	人	rén	persoon, mens
462	他	tā	hij, hem
463	妈妈	māma	moeder
464	家	jiā	huis, thuis, familie
465	家	jiā	huis, thuis, familie
466	学校	xuéxiào	school
467	在	zài	in, op, bij
468	时间	shíjiān	tijd
469	一	yī	één
470	以后	yǐhòu	later
471	说	shuō	zeggen, spreken
472	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
473	喝	hē	drinken
474	以后	yǐhòu	later
475	你	nǐ	jij, je
476	时间	shíjiān	tijd
477	好	hǎo	goed
478	妈妈	māma	moeder
479	是	shì	zijn, klopt
480	我	wǒ	ik, mij
481	你	nǐ	jij, je
482	今天	jīntiān	vandaag
483	现在	xiànzài	nu
484	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
485	妈妈	māma	moeder
486	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
487	好	hǎo	goed
488	学习	xuéxí	leren, studeren
489	是	shì	zijn, klopt
490	她	tā	zij, haar
491	问	wèn	vragen
492	卖	mài	verkopen
493	以后	yǐhòu	later
494	爸爸	bàba	vader
495	孩子	háizi	kind
496	不	bù	niet
497	他们	tāmen	zij (meervoud)
498	知道	zhīdào	weten
499	时间	shíjiān	tijd
500	说	shuō	zeggen, spreken
501	来	lái	komen
502	我们	wǒmen	wij, ons
503	在	zài	in, op, bij
504	孩子	háizi	kind
505	卖	mài	verkopen
506	了	le	voltooid aspect
507	他	tā	hij, hem
508	了	le	voltooid aspect
509	说	shuō	zeggen, spreken
510	知道	zhīdào	weten
511	听	tīng	luisteren
512	听	tīng	luisteren
513	告诉	gàosu	vertellen
514	妈妈	māma	moeder
515	学习	xuéxí	leren, studeren
516	卖	mài	verkopen
517	妈妈	māma	moeder
518	朋友	péngyǒu	vriend
519	去	qù	gaan
520	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
521	是	shì	zijn, klopt
522	家	jiā	huis, thuis, familie
523	我们	wǒmen	wij, ons
524	我	wǒ	ik, mij
525	爸爸	bàba	vader
526	看	kàn	kijken, zien
527	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
528	学生	xuéshēng	student, leerling
529	现在	xiànzài	nu
530	这	zhè	dit, deze
531	在	zài	in, op, bij
532	一	yī	één
533	卖	mài	verkopen
534	告诉	gàosu	vertellen
535	听	tīng	luisteren
536	人	rén	persoon, mens
537	以后	yǐhòu	later
538	朋友	péngyǒu	vriend
539	我	wǒ	ik, mij
540	他	tā	hij, hem
541	我	wǒ	ik, mij
542	卖	mài	verkopen
543	妈妈	māma	moeder
544	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
545	吃	chī	eten
546	家	jiā	huis, thuis, familie
547	家	jiā	huis, thuis, familie
548	学习	xuéxí	leren, studeren
549	老师	lǎoshī	leraar, docent
550	想	xiǎng	denken, willen
551	他	tā	hij, hem
552	老师	lǎoshī	leraar, docent
553	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
554	说	shuō	zeggen, spreken
555	人	rén	persoon, mens
556	学校	xuéxiào	school
557	来	lái	komen
558	爸爸	bàba	vader
559	听	tīng	luisteren
560	以后	yǐhòu	later
561	的	de	bezittelijk partikel
562	工作	gōngzuò	werk, werken
563	看	kàn	kijken, zien
564	学生	xuéshēng	student, leerling
565	家	jiā	huis, thuis, familie
566	说	shuō	zeggen, spreken
567	人	rén	persoon, mens
568	昨天	zuótiān	gisteren
569	他们	tāmen	zij (meervoud)
570	看	kàn	kijken, zien
571	那	nà	dat, die
572	今天	jīntiān	vandaag
573	不	bù	niet
574	老师	lǎoshī	leraar, docent
575	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
576	现在	xiànzài	nu
577	卖	mài	verkopen
578	好	hǎo	goed
579	的	de	bezittelijk partikel
580	现在	xiànzài	nu
581	妈妈	māma	moeder
582	老师	lǎoshī	leraar, docent
583	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
584	卖	mài	verkopen
585	妈妈	māma	moeder
586	看	kàn	kijken, zien
587	说	shuō	zeggen, spreken
588	我们	wǒmen	wij, ons
589	今天	jīntiān	vandaag
590	知道	zhīdào	weten
591	你们	nǐmen	jullie
592	去	qù	gaan
593	在	zài	in, op, bij
594	去	qù	gaan
595	好	hǎo	goed
596	学习	xuéxí	leren, studeren
597	你们	nǐmen	jullie
598	爸爸	bàba	vader
599	你	nǐ	jij, je
600	好	hǎo	goed
601	明天	míngtiān	morgen
602	爸爸	bàba	vader
603	那	nà	dat, die
604	想	xiǎng	denken, willen
605	的	de	bezittelijk partikel
606	家	jiā	huis, thuis, familie
607	卖	mài	verkopen
608	明天	míngtiān	morgen
609	是	shì	zijn, klopt
610	在	zài	in, op, bij
611	这	zhè	dit, deze
612	买	mǎi	kopen
613	我们	wǒmen	wij, ons
614	这	zhè	dit, deze
615	知道	zhīdào	weten
616	你	nǐ	jij, je
617	我们	wǒmen	wij, ons
618	不	bù	niet
619	老师	lǎoshī	leraar, docent
620	告诉	gàosu	vertellen
621	孩子	háizi	kind
622	学生	xuéshēng	student, leerling
623	吃	chī	eten
624	学习	xuéxí	leren, studeren
625	是	shì	zijn, klopt
626	做	zuò	doen, maken
627	的	de	bezittelijk partikel
628	知道	zhīdào	weten
629	一	yī	één
630	工作	gōngzuò	werk, werken
631	现在	xiànzài	nu
632	时间	shíjiān	tijd
633	喝	hē	drinken
634	工作	gōngzuò	werk, werken
635	不	bù	niet
636	做	zuò	doen, maken
637	工作	gōngzuò	werk, werken
638	好	hǎo	goed
639	这	zhè	dit, deze
640	你们	nǐmen	jullie
641	想	xiǎng	denken, willen
642	吃	chī	eten
643	说	shuō	zeggen, spreken
644	她	tā	zij, haar
645	他	tā	hij, hem
646	人	rén	persoon, mens
647	告诉	gàosu	vertellen
648	他	tā	hij, hem
649	他	tā	hij, hem
650	爸爸	bàba	vader
651	有	yǒu	hebben, er is
652	做	zuò	doen, maken
653	学生	xuéshēng	student, leerling
654	现在	xiànzài	nu
655	了	le	voltooid aspect
656	昨天	zuótiān	gisteren
657	现在	xiànzài	nu
658	你	nǐ	jij, je
659	学校	xuéxiào	school
660	他们	tāmen	zij (meervoud)
661	问	wèn	vragen
662	有	yǒu	hebben, er is
663	有	yǒu	hebben, er is
664	老师	lǎoshī	leraar, docent
665	在	zài	in, op, bij
666	这	zhè	dit, deze
667	来	lái	komen
668	看	kàn	kijken, zien
669	学生	xuéshēng	student, leerling
670	今天	jīntiān	vandaag
671	说	shuō	zeggen, spreken
672	的	de	bezittelijk partikel
673	妈妈	māma	moeder
674	喝	hē	drinken
675	告诉	gàosu	vertellen
676	吃	chī	eten
677	她	tā	zij, haar
678	家	jiā	huis, thuis, familie
679	一	yī	één
680	了	le	voltooid aspect
681	明天	míngtiān	morgen
682	吃	chī	eten
683	吃	chī	eten
684	以后	yǐhòu	later
685	她	tā	zij, haar
686	听	tīng	luisteren
687	今天	jīntiān	vandaag
688	想	xiǎng	denken, willen
689	以后	yǐhòu	later
690	学习	xuéxí	leren, studeren
691	做	zuò	doen, maken
692	知道	zhīdào	weten
693	去	qù	gaan
694	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
695	现在	xiànzài	nu
696	听	tīng	luisteren
697	今天	jīntiān	vandaag
698	一	yī	één
699	朋友	péngyǒu	vriend
700	去	qù	gaan
701	学校	xuéxiào	school
702	卖	mài	verkopen
703	是	shì	zijn, klopt
704	老师	lǎoshī	leraar, docent
705	学校	xuéxiào	school
706	你们	nǐmen	jullie
707	知道	zhīdào	weten
708	他	tā	hij, hem
709	喝	hē	drinken
710	来	lái	komen
711	在	zài	in, op, bij
712	喝	hē	drinken
713	喝	hē	drinken
714	想	xiǎng	denken, willen
715	做	zuò	doen, maken
716	去	qù	gaan
717	说	shuō	zeggen, spreken
718	你们	nǐmen	jullie
719	孩子	háizi	kind
720	了	le	voltooid aspect
721	一	yī	één
722	时间	shíjiān	tijd
723	现在	xiànzài	nu
724	我们	wǒmen	wij, ons
725	人	rén	persoon, mens
726	我们	wǒmen	wij, ons
727	学习	xuéxí	leren, studeren
728	学校	xuéxiào	school
729	不	bù	niet
730	他	tā	hij, hem
731	的	de	bezittelijk partikel
732	喝	hē	drinken
733	不	bù	niet
734	那	nà	dat, die
735	听	tīng	luisteren
736	朋友	péngyǒu	vriend
737	知道	zhīdào	weten
738	买	mǎi	kopen
739	有	yǒu	hebben, er is
740	老师	lǎoshī	leraar, docent
741	他们	tāmen	zij (meervoud)
742	喝	hē	drinken
743	朋友	péngyǒu	vriend
744	今天	jīntiān	vandaag
745	好	hǎo	goed
746	告诉	gàosu	vertellen
747	你	nǐ	jij, je
748	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
749	学生	xuéshēng	student, leerling
750	了	le	voltooid aspect
751	妈妈	māma	moeder
752	他	tā	hij, hem
753	朋友	péngyǒu	vriend
754	今天	jīntiān	vandaag
755	一	yī	één
756	家	jiā	huis, thuis, familie
757	妈妈	māma	moeder
758	一	yī	één
759	昨天	zuótiān	gisteren
760	你	nǐ	jij, je
761	孩子	háizi	kind
762	你	nǐ	jij, je
763	明天	míngtiān	morgen
764	人	rén	persoon, mens
765	听	tīng	luisteren
766	做	zuò	doen, maken
767	今天	jīntiān	vandaag
768	问	wèn	vragen
769	他	tā	hij, hem
770	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
771	买	mǎi	kopen
772	看	kàn	kijken, zien
773	去	qù	gaan
774	来	lái	komen
775	家	jiā	huis, thuis, familie
776	的	de	bezittelijk partikel
777	时间	shíjiān	tijd
778	问	wèn	vragen
779	这	zhè	dit, deze
780	看	kàn	kijken, zien
781	明天	míngtiān	morgen
782	爸爸	bàba	vader
783	现在	xiànzài	nu
784	好	hǎo	goed
785	学生	xuéshēng	student, leerling
786	我	wǒ	ik, mij
787	你们	nǐmen	jullie
788	我们	wǒmen	wij, ons
789	你们	nǐmen	jullie
790	听	tīng	luisteren
791	想	xiǎng	denken, willen
792	你	nǐ	jij, je
793	学生	xuéshēng	student, leerling
794	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
795	一	yī	één
796	的	de	bezittelijk partikel
797	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
798	喝	hē	drinken
799	她	tā	zij, haar
800	他	tā	hij, hem
801	好	hǎo	goed
802	是	shì	zijn, klopt
803	买	mǎi	kopen
804	喝	hē	drinken
805	我	wǒ	ik, mij
806	朋友	péngyǒu	vriend
807	告诉	gàosu	vertellen
808	今天	jīntiān	vandaag
809	看	kàn	kijken, zien
810	的	de	bezittelijk partikel
811	学习	xuéxí	leren, studeren
812	的	de	bezittelijk partikel
813	做	zuò	doen, maken
814	你们	nǐmen	jullie
815	这	zhè	dit, deze
816	好	hǎo	goed
817	时间	shíjiān	tijd
818	的	de	bezittelijk partikel
819	在	zài	in, op, bij
820	他们	tāmen	zij (meervoud)
821	学生	xuéshēng	student, leerling
822	工作	gōngzuò	werk, werken
823	时间	shíjiān	tijd
824	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
825	我	wǒ	ik, mij
826	想	xiǎng	denken, willen
827	是	shì	zijn, klopt
828	那	nà	dat, die
829	朋友	péngyǒu	vriend
830	工作	gōngzuò	werk, werken
831	学生	xuéshēng	student, leerling
832	好	hǎo	goed
833	孩子	háizi	kind
834	做	zuò	doen, maken
835	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
836	你们	nǐmen	jullie
837	妈妈	māma	moeder
838	他们	tāmen	zij (meervoud)
839	时间	shíjiān	tijd
840	时间	shíjiān	tijd
841	那	nà	dat, die
842	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
843	问	wèn	vragen
844	家	jiā	huis, thuis, familie
845	说	shuō	zeggen, spreken
846	好	hǎo	goed
847	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
848	以后	yǐhòu	later
849	来	lái	komen
850	孩子	háizi	kind
851	昨天	zuótiān	gisteren
852	她	tā	zij, haar
853	家	jiā	huis, thuis, familie
854	明天	míngtiān	morgen
855	告诉	gàosu	vertellen
856	人	rén	persoon, mens
857	一	yī	één
858	老师	lǎoshī	leraar, docent
859	听	tīng	luisteren
860	你	nǐ	jij, je
861	我	wǒ	ik, mij
862	卖	mài	verkopen
863	爸爸	bàba	vader
864	问	wèn	vragen
865	明天	míngtiān	morgen
866	喝	hē	drinken
867	吃	chī	eten
868	看	kàn	kijken, zien
869	有	yǒu	hebben, er is
870	孩子	háizi	kind
871	的	de	bezittelijk partikel
872	说	shuō	zeggen, spreken
873	是	shì	zijn, klopt
874	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
875	你们	nǐmen	jullie
876	的	de	bezittelijk partikel
877	去	qù	gaan
878	来	lái	komen
879	告诉	gàosu	vertellen
880	卖	mài	verkopen
881	吃	chī	eten
882	我们	wǒmen	wij, ons
883	今天	jīntiān	vandaag
884	那	nà	dat, die
885	一	yī	één
886	在	zài	in, op, bij
887	告诉	gàosu	vertellen
888	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
889	妈妈	māma	moeder
890	买	mǎi	kopen
891	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
892	你	nǐ	jij, je
893	告诉	gàosu	vertellen
894	他们	tāmen	zij (meervoud)
895	来	lái	komen
896	我们	wǒmen	wij, ons
897	不	bù	niet
898	做	zuò	doen, maken
899	买	mǎi	kopen
900	孩子	háizi	kind
901	想	xiǎng	denken, willen
902	家	jiā	huis, thuis, familie
903	说	shuō	zeggen, spreken
904	有	yǒu	hebben, er is
905	好	hǎo	goed
906	以后	yǐhòu	later
907	学生	xuéshēng	student, leerling
908	问	wèn	vragen
909	他们	tāmen	zij (meervoud)
910	这	zhè	dit, deze
911	朋友	péngyǒu	vriend
912	买	mǎi	kopen
913	了	le	voltooid aspect
914	想	xiǎng	denken, willen
915	昨天	zuótiān	gisteren
916	她	tā	zij, haar
917	明天	míngtiān	morgen
918	做	zuò	doen, maken
919	你	nǐ	jij, je
920	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
921	卖	mài	verkopen
922	学生	xuéshēng	student, leerling
923	告诉	gàosu	vertellen
924	知道	zhīdào	weten
925	孩子	háizi	kind
926	他们	tāmen	zij (meervoud)
927	昨天	zuótiān	gisteren
928	你	nǐ	jij, je
929	爸爸	bàba	vader
930	学习	xuéxí	leren, studeren
931	学习	xuéxí	leren, studeren
932	的	de	bezittelijk partikel
933	说	shuō	zeggen, spreken
934	昨天	zuótiān	gisteren
935	爸爸	bàba	vader
936	学生	xuéshēng	student, leerling
937	喜欢	xǐhuan	leuk vinden, houden van
938	他们	tāmen	zij (meervoud)
939	了	le	voltooid aspect
940	喝	hē	drinken
941	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
942	在	zài	in, op, bij
943	那	nà	dat, die
944	听	tīng	luisteren
945	学校	xuéxiào	school
946	想	xiǎng	denken, willen
947	不	bù	niet
948	那	nà	dat, die
949	了	le	voltooid aspect
950	是	shì	zijn, klopt
951	我们	wǒmen	wij, ons
952	来	lái	komen
953	工作	gōngzuò	werk, werken
954	一	yī	één
955	他们	tāmen	zij (meervoud)
956	学生	xuéshēng	student, leerling
957	你们	nǐmen	jullie
958	她	tā	zij, haar
959	喝	hē	drinken
960	现在	xiànzài	nu
961	学习	xuéxí	leren, studeren
962	以前	yǐqián	vroeger, voorheen
963	喝	hē	drinken
964	人	rén	persoon, mens
965	卖	mài	verkopen
966	时间	shíjiān	tijd
967	来	lái	komen
968	学习	xuéxí	leren, studeren
969	你们	nǐmen	jullie
970	现在	xiànzài	nu
971	问	wèn	vragen
972	爸爸	bàba	vader
973	我	wǒ	ik, mij
974	今天	jīntiān	vandaag
975	说	shuō	zeggen, spreken
976	爸爸	bàba	vader
977	现在	xiànzài	nu
978	去	qù	gaan
979	他们	tāmen	zij (meervoud)
980	你	nǐ	jij, je
981	有	yǒu	hebben, er is
982	知道	zhīdào	weten
983	昨天	zuótiān	gisteren
984	他	tā	hij, hem
985	她	tā	zij, haar
986	问	wèn	vragen
987	那	nà	dat, die
988	以后	yǐhòu	later
989	现在	xiànzài	nu
990	以后	yǐhòu	later
991	孩子	háizi	kind
992	那	nà	dat, die
993	我们	wǒmen	wij, ons
994	学校	xuéxiào	school
995	问	wèn	vragen
996	妈妈	māma	moeder
997	是	shì	zijn, klopt
998	学习	xuéxí	leren, studeren
999	工作	gōngzuò	werk, werken
1000	是	shì	zijn, klopt
1001	你们	nǐmen	jullie